Mensen die er trots op zijn dat ze zonder batterij fietsen, begrijpen niet dat een stadsfiets in eerste instantie een vervoermiddel is en niet, zoals een racefiets, een sportartikel. Hoofdzaak is om zo snel mogelijk op de bestemming te zijn. Met dezelfde fietser erop wint de fiets met trapondersteuning dan altijd. Sterker nog, in de meeste situaties waar de fiets wordt gebruikt als transportmiddel, verbrandt de fietser zonder batterij niet meer calorieën. Dat leg ik straks uit.
Sinds 2021 heeft meer dan de helft van de verkochte fietsen in Nederland elektrische trapondersteuning. Ze zijn terecht heel populair en niet alleen bij ouderen. Het zou plezierig zijn als mensen zichzelf niet als superieur zouden zien als ze nog op een rijwiel rijden (Aaf, Volkskrant, 28-6-2022, https://www.volkskrant.nl/mensen/ik-was-een-strijder-omdat-ik-niet-op-een-elektrische-fiets-reed~bbb2a019/) en zouden ophouden de mensen met een moderne fiets af te doen als lui.
Als twee voorwerpen een soortgelijke functie vervullen, laat onze intuïtie ons bij vergelijking in de steek. Het oude wordt een frame van het nieuwe, maar een auto is geen sneller paard. Hetzelfde is het geval met een e-fiets. Mensen met een normatieve, calvinistische inslag zouden een e-fiets kunnen zien als een gewone fiets, maar dan een die minder moeite kost. Nog los van het feit dat “minder moeite” zo’n beetje de drijfveer is van de menselijke culturele evolutie, blijken de calvinisten ook nog eens ongelijk te hebben. En bovendien, als we eerst de e-fiets hadden gehad, was de fiets zonder batterij dan ooit op de markt gekomen?
Als we de stadsfiets met trapondersteuning vergelijken met het oude rijwiel als transportmiddel dan kijken we naar twee dingen: snelheid en actieradius. Hoe snel kun je op je bestemming zijn? En hoever kun je in bijvoorbeeld 45 minuten rijden?
Om met de laatste te beginnen: bij een begrenzing van 25 km/h en bij Amsterdams fietsgedrag (stoplichten bestaan niet) kun je meer dan 18 km afleggen. Ook behoorlijk fitte fietsers zouden op een gewone fiets 45 minuten lang 25 km/h kunnen rijden, maar dat kost veel moeite en niemand beschouwt 18 km als een normale afstand om regelmatig op een gewone fiets te rijden. Kortom, op een gewone fiets beschouw je een kleinere cirkel als fietsgebied. Even voor de lol: op de e-fiets is meer dan 1100 km2 je potentiële reisbestemming, op het rijwiel slechts 276 km2 (als je 9km fietst). De e-fiets is de betere keuze.
Maar stel dat je een adres wil bezoeken dat 5 km verderop ligt? Met dezelfde getallen als hierboven kost dat op de e-fiets 12 minuten. Ook bij tegenwind. Om hetzelfde op een gewone fiets te doen kost veel meer moeite, maar het kan, maar daar zit dus het punt waar de voorstanders van het ouderwetse rijwiel de mist in gaan. Ze vergelijken de moeite die ze moeten doen op het rijwiel met de moeite die de e-fiets rijder moet doen terwijl ze naast elkaar rijden. Maar ze vergeten dat dezelfde hoeveel moeite op een e-fiets de fietser veel sneller veel verder doen komen.
Voor de sceptici die bovenstaande uitspraak “in de meeste situaties waar de fiets wordt gebruikt als transportmiddel, verbrandt de fietser zonder batterij niet meer calorieën” niet geloofden: ik heb het getest op het traject Amstelveen-Uithoorn met een Apple Watch. Vrijwel geen stoplichten. Amsterdams fietsen, dus altijd zo snel mogelijk. Eén keer met en één keer zonder trapondersteuning op dezelfde fiets. De uitslag? Vrijwel gelijke hoeveelheid calorieën in een kortere hoeveelheid tijd met de e-fiets.
Gewone fietsers passen namelijk hun snelheid aan als ze moe worden. Ze zijn geen “strijders”, ze zijn langzaam. De fietsers met batterij fietsen door.